Tussen 20 en 27 maart vinden de Brusselse Waterdagen plaats. Een gratis programma dat water in brussel op allerlei manieren in de kijker zet!
Les Journées Bruxelloises de l’Eau se dérouleront du 20 au 27 mars. Un programme gratuit qui met en valeur l'eau à Bruxelles de différentes manières !
Ontdek hieronder de fietstochten die Cactus organiseert op zondag 20 en 27 maart alsook het volledige programma van de Brusselse Waterdagen
Découvrez ci-dessous les balades à vélo organisées par Cactus le dimanche 20 et 27 mars ainsi que le programme complet des Journées Bruxelloises de l’Eau
20/03/2022 14:00-17:00 La vallée du Maelbeek - De Maalbeekvallei à vélo
27/03/2022 14:00-17:00: Brussel en haar fonteinen - Bruxelles et ses fontaines à vélo
inschrijven - inscriptions: info@cactus.brussels
Ontdek wat fietsreizen jou kan bieden
Découvrez où le voyage à vélo peut vous emmener
Fin du mois, du vendredi 27 au dimanche 29 aout, le premier festival du voyage à vélo en Belgique démarrera. Pendant 3 jours, une centaine de participants parcourront ensemble et aussi de manière indépendante Bruxelles et ses environs. Ils pédaleront environ 50 à 60 km par jour. l’idéal pour clôturer les vacances d'été. Tant pour les cyclistes les plus expérimentés qui veulent partager leurs expériences que pour les personnes qui veulent faire une première expérience ! Les inscriptions sont ouvertes.
Vous trouvez plus d’info sur velotourfestival.be
NL/ Op het einde van de maand, van vrijdag 27 tot zondag 29 augustus, gaat het allereerste fietsreis-festival in België van start! Gedurende 3 dagen fietsen zo'n 100 deelnemers samen en toch ook apart door Brussel en omstreken. Er wordt zo'n 50 à 60km per dag gefietst. Ideaal om de zomervakantie af te sluiten voor zowel de meer ervaren fietsers die hun ervaringen willen delen als mensen die graag een eerste ervaring opdoen!
Meer info vind je op velotourfestival.be
NL/ De zomer komt eraan en we hopen binnenkort opnieuw zonder restricties mensen op de fiets doorheen Brussel te kunnen gidsen.
We mikken dit jaar op 5 nieuwe gidsen om ons team te versterken. Wie zoeken?
Mensen met een passie voor de stad en de fiets! Spreek je graag voor groepen, vergroot je graag je kennis over de Brussel en wordt je graag deel van een enthousiast team van gidsen? Bekijk dan zeker onze vrijwilligersvacature voor meer informatie.
Nadat we jouw sollicitatie ontvangen hebben nodigen we je uit voor een kennismakingsgesprek. En bij wederzijdse interesse om samen te werken starten we meteen jouw opleiding tot cactus-gids!
FR/ L'été arrive et nous espérons pouvoir à nouveau guider des personnes à vélo à travers Bruxelles sans restrictions.
Cette année, nous visons 5 nouveaux guides pour renforcer notre équipe. Qui recherchons-nous ?
Des personnes passionnées par la ville et le vélo! Vous aimez parler devant des groupes, élargir vos connaissances de Bruxelles et faire partie d'une équipe de guides enthousiastes ? Alors n'oubliez pas de consulter notre offre de bénévolat pour plus d'informations.
Dès que nous recevons votre candidature, nous vous invitons à un entretien pour faire connaissance. En cas d'intérêt mutuel à travailler ensemble, nous commencerons immédiatement votre formation pour devenir guide-cactus !
Check out our first newsletter to get up to date and discover the summer specials!
Deze week fietsten we naar Vorst voor een bezoek aan het Jacques Brelpark en de Abdij van Vorst. (lees verder onder de FR versie)
Cette semaine, nous sommes pedalons vers Forest pour une visite du Parc Brel Jacques et de l'Abbaye de Forest.
FR: Quel que soit l'endroit de Bruxelles d'où vous partez, atteindre le Parc Jacques Brel est un petit défi pour les mollets. Avec son charme d’un peu plus d'un hectare, le parc fait partie de ces perles cachées dont même de nombreux Forestois ignorent l'existence. On accède au parc par l'avenue Kersbeek dont le nom fait référence au ruisseau ayant sa source dans l'ancien Kersbeekbosch.
Nous laissons notre vélo à l'entrée et nous sommes accueillis par deux rangées de marronniers et un peu plus loin, entourés de deux étangs. Nous y sommes presque seuls. Les résidents permanents du parc sont les deux plus vieux arbres de Bruxelles qui portent le nom de "Chêne double" et "Chêne Joséphine". Dans le parc, vous trouverez également les vestiges du jardin qui appartenait à la résidence d'un négociant dans l'industrie d'huiles ainsi que le "Pavillon Joséphine" au fond du parc sur la colline sablonneuse caché derrière les buissons de houx et de sorbiers. La municipalité de Vorst a acheté le domaine en 1979, et aujourd'hui, lors d'une chaude journée d'été, le parc permet de retrouver la fraîcheur.
Forest est une commune éclectique au passé rural et où l'industrialisation laisse également des traces évidentes. En quittant le Parc Jacques Brel et en passant par la cité jardin "Forest Vert", vous verrez ce que nous voulons dire : au loin, les usines d’Audi Vorst apparaissent déjà. Un site où l’on produit des voitures depuis 1948 et employant aujourd'hui quelque 2 600 personnes.
Nous continuons vers le centre de Forest et laissons notre vélo sur la place Saint-Denis, située dans la vallée du Geleytsbeek. Ce ruisseau n'est pas seulement à la base du village de Forest, fondé au 7e siècle, le long de ses rives on trouvait de nombreux moulins, des fermes et plus tard d'industries de peinture, des verreries, des tanneries, des brasseries, etc. Nous nous rendons à l'abbaye, qui se situe entre la Place Saint-Denis et la maison communale de Forest en style Art déco récemment renovée.
La forme actuelle du l'abbaye de Forest, où les bénédictins ont vécu de 1105 à 1796, est toujours un témoignage extraordinaire d'un complexe bénédictin unique. L'abbaye a été détruite sous la Révolution française. Entre-temps, il a heureusement été transformé en parc public où l'on peut se promener et prendre un verre dans la buvette (en été). L'Abbaye, rebaptisée ABY, deviendra un pôle culturel en 2023 et abritera l'Académie de Forest, la Bibliothèque francophone, les salles d'exposition du BRASS (centre culturel francophone de Forest), et une nouvelle salle d’événements de 250 places !
Localisation: Parc Jacques Brel (OSM) & Abbaye de Forest (OSM). Vous pouvez emprunter l’itinéraire cyclable régional S/Z qui traverse Forest.
NL: Van waar in Brussel je ook vertrekt, het Jacques Brelpark bereiken is een stevige oefening voor de kuiten. Met z’n meer dan één ha grote charme is het één van die verborgen parels waarvan zelfs heel wat Vorstenaren het bestaan niet kennen. We bereiken het park via de Kersbeeklaan waarvan de naam verwijst naar de beek die ontsprong in het voormalige Kersbeekbosch.
We laten onze fiets aan de ingang en worden verwelkomd door twee rijen kastanjebomen en wat verder worden we omringd door twee waterpartijen. De vaste residenten van het park zijn de twee oudste bomen van Brussel die de naam “Dubbele Eik” en “Josephine Eik” dragen. In het park vind je de restanten van de tuin die tot het landhuis van een handelaar uit de olieindustrie behoorde en het “Joséphine paviljoen” op het zanderige heuveltje verstopte achter de hulst – en lijsterbesstruiken. De gemeente Vorst kocht het domein in 1979 en vandaag is het een ideale en rustige plek om er op warme zomerdagen de nodige koelte op te zoeken.
Vorst is een eclectische gemeente met een landelijk verleden en waar de industrialisatie ook duidelijk haar sporen nalaat. Wanneer we het Jacques Brelpark verlaten via de tuinwijk « Forest Vert » zal je zien wat we bedoelen: in de verte duiken reeds de fabrieken van Audi Vorst op. Sinds 1948 worden op de site auto’s geproduceerd en vandaag werken er zo’n 2600 mensen.
We parkeren onze fiets op het Sint-Denijsplein, gelegen in het dal van de Geleytsbeek. Deze beek ligt mee aan het ontstaan van Vorst, gesticht in de 7de eeuw. Langs de oevers vond je heel wat molens en vestigden zich landbouwbedrijven en later ook verfindustrie, glasblazerij, leerlooierij, brouwerijen,... We wandelen naar de Abdij, gelegen tussen het Sint-Denijsplein en het recent gerenoveerde Art-Deco gemeentehuis van Vorst.
De huidige gedaante van de Abdij van Vorst, waar van 1105 tot 1796 benedictinessen woonden, is nog steeds een buitengewone getuigenis van een uniek benedictijnencomplex. De Abdij werd verwoest onder de Franse revolutie maar is intussen omgevormd tot een openbaar park waar je vandaag rustig kan kuieren en rondhollen of iets kan drinken in de buvette (open in de zomer). De Abdij, omgedoopt tot ABY, wordt vanaf 2023 een culturele pool en zal onderdak bieden aan o.a. de Academie van Vorst, de Franstalige Bibliotheek, tentoonstellingsruimten van BRASS (Franstalig cultureel centrum van Vorst), en een een nieuwe spektakelzaal met 250 plaatsen!
Locatie: Jacques Brelpark (OSM) & Abdij van Vorst (OSM). Je kan één van de gewestelijke fietsroutes gebruiken. De GFR Z/S doorkruist de gemeente Vorst.
Deze week fietsten we naar Ukkel voor een bezoek aan het Vronerodepark (Fond’Roy) en de Hoeve van Ukkel. Op de hoek van de Oude Molenstraat en de Andrimontlaan reden we het park binnen. Via de oude kasseiweg geflankeerd door bomenrijen kom je aan de Hoeve van Ukkel die in het park ligt. De oorsprong van de boerderij gaat terug tot het begin van de 19de eeuw. De boerderij is een oude getuige van het vroegere landelijke karakter van Ukkel. Een dorp van boeren en ambachtslui dat veranderde in een residentiële gemeente. Het inwonersaantal steeg er van amper 3000 inwoners in het begin van de 19de eeuw tot iets meer dan 80.000 inwoners vandaag.
Cette semaine, nous pédalions vers Uccle pour visiter le Parc Fond'Roy et la Ferme d'Uccle. Au coin de la Vieille rue du Moulin et l'avenue Andrimont, nous entrons dans le parc. Par l'ancienne route pavée flanquée de rangées d'arbres, vous arrivez à la ferme d'Uccle qui se situé dans le parc. Les origines de la ferme remontent au début du XIXe siècle. La ferme est un ancien témoin de du caractère rural d'Uccle, un village d'agriculteurs et d'artisans qui s'est transformé en une commune résidentielle. La population est passée d'à peine 3 000 habitants au début du XIXe siècle à un peu plus de 80 000 aujourd'hui. (version française continue plus bas)
Het was in het begin van de jaren 1870 dat er zich enkele ingrijpende veranderingen voordeden in Ukkel. Bankier Georges Brugmann legde in 1873 de laan aan die vandaag nog steeds zijn naam draagt en voorzag Ukkel zo van een nieuwe verbinding met Elsene en het centrum. In 1875 werd de laan ook voorzien van een paardentram. Nog in 1873 opende de spoorwegverbinding tussen Brussel-Zuid en Ukkel-Kalevoet (onderdeel van de lijn Brussel-Lutte-Charleroi die een jaar later helemaal operationeel was). Ukkel raakte steeds beter verbonden wat het voor de Brusselse burgerij gemakkelijker maakte om een uitstapje te maken naar het groene en rurale Ukkel. De nieuwe lanen en stations zorgden er voor dat de verstedelijking in de directe omgeving van deze assen een versnelling hoger schakelde.
De naam Fond’Roy is afgeleid van het Nederlandse Vronerode. De betekenis ervan gaat terug tot de middeleeuwen en verwijst naar ‘terreinen ontgonnen door lijfeigenen’. Het verwees oorspronkelijk naar het deel van het zoniënwoud tussen de Geleytsbeek en de Linkebeek. Vanaf de 18de eeuw wordt enkel nog gesproken van Frondroy en vandaag van Fond’Roy.
Ukkel heeft haar groene karakter en haar aantrekkingskracht van weleer wel weten te behouden. Een gemeente met veel bosrijke gebieden en verschillende waterlopen die het reliëf van de gemeente bepalen. In het Vronerodepark (Fond’Roy park) komt het groene en landelijke karakter samen. Het park bezit ook één van de bronnen van de Geleytsbeek die hier wat verder door de Sint-Job vallei stroomt en een zijrivier is van de Zenne. De landbouwactiviteit hier op de hoeve heeft vandaag vooral een educatieve functie. Op de hoeve kunnen kinderen, scholen en volwassenen terecht bij de vzw Zonnebloem-Tournesol voor activiteiten rond voeding en alles wat de boerderij te bieden heeft: moestuin, boomgaard,
de dieren,… een manier om kinderen en volwassenen op een andere
manier naar hun leefomgeving te laten kijken.
Een deel van het Fond’Roy park is een Natura 2000 beschermingsgebied. De gemeente telt meerdere van deze beschermingsgebieden zoals ook de Avijlvlakte die zich aan de overkant van de Oude Molenstraat bevindt. De Avijlvlakte is een echte verborgen parel waarover de laatste jaren werd gestreden tussen buurtbewoners die het gebied wilden beschermen en vastgoedmakelaars die er op wilden bouwen. Het conflict werd in 2014 beslecht met de beslissing van het gewest om 75% van het gebied te beschermen.
Met de fiets aan de hand wandelen verdwalen we in een doolhof aan steegjes langsheen de vele moestuinten en bosrijke stukken. Bruzz ging in 2018 langs voor een reportage over de Avijlvlakte met één van haar beschermheren, Simon (zie video).
Hoe geraak je er? Wij namen de gewestelijke fietsroute (GFR 6) die het centrum via Elsene en Sint-Gillis verbindt met Ukkel. Raadpleeg de interactieve kaart met de gewestelijke fietsroutes om te kijken welke andere fietsroutes hierop aansluiten. Eens je de Sint-Jobwijk nadert duikt GFR 6 de vallei in en zie je de Sint-Job kerk van ver liggen. Volg GFR6 tot in de Oude Molenstraat. Aan de linkerkant kom je een betonnen trap tegen die naar het pad richting Avijlvlakte (OSM) leidt. En wat verderop in de straat rechts de ingang van het Fond’Roy park (OSM) en de Hoeve van Ukkel.
FR: C'est au début des années 1870 que des changements importants ont eu lieu à Uccle. En 1873, le banquier Georges Brugmann a tracé l'avenue qui porte encore aujourd'hui son nom et qui relie Uccle à Ixelles et au centre ville. En 1875, l'avenue a également été équipée d'un tramway à chevaux. En 1873, la liaison ferroviaire entre Bruxelles-Midi et Uccle-Kalevoet (une partie de la ligne Bruxelles-Lutte-Charleroi, qui sera pleinement opérationnelle un an plus tard) est ouverte. Uccle est de mieux en mieux connectée, ce qui permet à la bourgeoisie bruxelloise de se rendre plus facilement dans la commune verdoyante et rurale d'Uccle pour une excursion. Les nouvelles avenues et stations ont fait passer à une vitesse supérieure l'urbanisation à proximité immédiate de ces axes.
Le nom Fond'Roy est dérivé du mot néerlandophone Vronerode dont sa signification remonte au Moyen Âge et fait référence aux "terres exploitées par les serfs". Elle désignait à l'origine la partie de la Forêt de Soignes située entre le Geleytsbeek et le Linkebeek. A partir du 18ème siècle, seuls le Frondroy et aujourd'hui Fond'Roy sont mentionnés.
Uccle a conservé son caractère vert et son attrait d'antan. Une commune avec de nombreuses zones boisées et plusieurs cours d'eau qui déterminent son relief. Dans le Parc Fond'Roy, ce caractère vert et rural se retrouve. Le parc possède également l'une des sources de la Geleytsbeek qui coule dans la vallée de Saint-Job un peu plus loin et qui est un affluent de la Senne. L’activité rurale sur la ferme à aujourd’hui principalement une fonction éducative. L'asbl Zonnebloem-Tournesol y propose des activités pour les enfants, les écoles et les adultes autour de la nourriture et de tout ce que la ferme a à offrir : le potager, le verger, les animaux, ... une façon pour les enfants et les adultes de voir leur environnement d'une manière différente.
Une partie du parc de Fond'Roy est une zone de protection Natura 2000. La commune possède plusieurs de ces zones de protection, comme le Plateau Avijl, qui est situé de l'autre côté de la Vieille rue du Moulin. Le Plateau Avijl est un véritable trésor caché qui a fait l'objet de conflits ces dernières années entre les résidents locaux qui voulaient protéger la zone et les agents immobiliers qui voulaient y construire. Le conflit a été réglé en 2014 avec la décision de la région de protéger 75% de la zone. Avec le vélo à la main nous nous sommes laissés emporter dans le labyrinthe des sentiers qui longent les nombreux potagers et espaces boisés. Bruzz est passé en 2018 pour un reportage sur le Plateau Avijl avec un de ses défenseurs, Simon (voir vidéo).
Comment s'y rendre ? Nous avons emprunté l'itinéraire cyclable régional (ICR 6) qui relie le centre-ville à Uccle via Ixelles et Saint-Gilles. Consultez la carte interactive des itinéraires cyclables régionaux pour voir quels autres ICR s'y raccordent. Une fois que vous approchez le quartier Saint-Job, l'ICR 6 plonge dans la vallée de Saint-Job et de loin vous appercevre l'église Saint-Job. Continuez à suivre l'ICR 6 jusqu'à la Vieille rue du Moulin. Sur votre gauche, vous trouverez un escalier en béton qui mène au chemin vers le Plateau Avijl (OSM). Et un peu plus loin dans la rue, sur la droite, l'entrée du parc Fond'Roy (OSM) et de la Ferme d'Uccle.
La semaine dernière, Nous avons été au Bois de la Cambre et la Forêt de Soignes. Cette semaine, nous roulions dans l'autre sens vers son équivalent au nord-ouest de Bruxelles, le parc Roi Baudouin. Et nous avons également fait un petit pèlerinage aux grottes de Lourdes...à Jette.
Vorige week trokken we naar het Terkamerenbos en het Zoniënwoud. Deze week fietsten we de andere richting uit naar diens evenknie in het noordwesten van Brussel, het Koning Boudewijnpark. We gingen ook even op bedevaart naar de grotten van Lourdes...in Jette (Nederlandstalige versie onderaan).
Nous commençons au rond-point de l'avenue du Sacré-Coeur et l'avenue du Comté de Jette (voir sur OSM). Là, nous empruntons la Promendade Verte et explorons la première partie du Parc Roi Baudouin. Sur une longueur d'environ 3 km, vous traversez un mélange de parc urbain, de zones marécageuses, de forêts et de paysages ruraux. Ensemble, ils forment une zone verte de plus de 100 ha. Un itinéraire en grande partie plat le long du Molenbeek, un affluent de la Senne qui prend sa source à Dilbeek.
C'est en 1977 que la commune de Jette a décidé de protéger les espaces verts de la vallée de Molenbeek et son paysage typiquement brabançon contre toute nouvelle urbanisation. La construction du parc a commencé en 1980. La Belgique célébrait son 150e anniversaire et, à cette occasion, le parc a été baptisé du nom du roi Baudouin de l'époque.
Jette était une commune rurale jusqu'au 19ième siècle. Un premier changement radical est intervenu au milieu du 19ième siècle avec la construction de la ligne de chemin de fer reliant Bruxelles à Gand. Aujourd'hui, elle forme une frontière contrastée entre la partie sud de Jette, plus urbanisée, et la partie nord, plus verte, qui a conservé son caractère rural jusqu'au milieu du 20ième siècle.
L'activité agricole a largement disparu mais la Promenade Verte de Jette porte bien son nom. Nous parcourons les deux premières parties (phases 1 et 2) du parc Roi Baudouin. La dernière partie, phase 3, comprend le marais de Jette et la forêt de Laerbeek où la nature se montre un peu plus sauvage. À la fin de cette troisième partie, vous longerez le champ des Houblons de Bruxelles où sont cultivés de vieilles variétés d’houblons belges pour quelques bières bruxelloises locales.
Le Bois de Laerbeek est situé un peu plus haut, sur le flanc nord de la vallée du Molenbeek. Il faudra un peu grimper pour ensuite atteindre une grande pelouse ouverte où se trouve une superbe villa de style normand, le Chalet du Bois de Laerbeek, datant de 1908.
Les origines du Bois de Laerbeek et le Bois de Dielegem (qui se trouve plus à l'est et qui fait également partie du parc Baudouin) sont liées à l'histoire de l'abbaye de Dielegem du 12ème siècle qui s'étendait sur la colline de Dielegem. Les arbres poussent sur d'anciennes carrières de calcaire. La pierre calcaire a été utilisée pour la construction de l'abbaye elle-même, mais elle a également été vendue et utilisée sur d'autres sites à Bruxelles, comme la cathédrale des Saints Michel et Gudule, les remparts de la ville et le palais du Coudenberg. Une fois les carrières épuisées et fermées, il a été décidé de planter des bois afin que la terre puisse encore générer un rendement financier grâce au bois.
Conseil supplémentaire à proximité: au début du XXe siècle, plusieurs répliques de la grotte de Lourdes ont été fabriquées en Europe. Une de ces répliques se trouve à Jette. Lors de l'inauguration en 1915 par le cardinal Mercier, 20 000 spectateurs, pèlerins et croyants étaient présents. Depuis le début du XXe siècle, la grande ruée vers la convocation de la Vierge Marie a été quelque peu tempérée, mais elle reste un lieu précieux tant pour les croyants que pour les laïcs.
Lieu sur OSM: Grotte de Lourdes
Nederlandstalige versie:
We starten aan het rondpunt met de Heilig Hartlaan en de Graafschap Jettelaan (zie locatie OSM). Daar fietsen we de Groene Wandeling op en duiken we het eerste deel van het Boudewijnpark in. Zo’n 3km lang fiets je door een mengeling van stadspark, moerassige gebieden, bossen en landelijke zones. Ze vormen samen een groene zone van ruim 100 ha. Een grotendeels vlakke route langs de Molenbeek, een zijrivier van de Zenne die in Dilbeek ontspringt.
Het was in 1977 dat de gemeente Jette besloot om de groene zones in de molenbeekvallei en haar typisch Brabantse landschap te beschermen van verdere verstedelijking. Vanaf 1980 startte de aanleg van het park. België vierde toen zijn 150 jarige bestaan en omwille van deze gelegenheid werd het park naar de toenmalige koning Boudewijn vernoemd.
Jette was tot in de 19de eeuw een echte plattelandsgemeente. Een eerste ingrijpende verandering kwam er in het midden van de 19de eeuw met de aanleg van de spoorlijn die Brussel met Gent verbindt. Ze vormt vandaag een contrastrijke grens tussen het meer verstedelijkte zuidelijke deel van Jette en het groenere noordelijke deel dat tot het midden van de 20ste eeuw haar landelijke karakter behield.
De landbouwactiviteit is grotendeels verdwenen maar de groene wandeling in Jette doet haar naam hier alle eer aan. We fietsen door de eerste 2 delen (fase 1&2) van het Koning Boudewijnpark. Fase 3 bestaat uit het moeras van Jette en het Laarbeekbos en de natuur oogt er wat wilder. Op het einde van dit 3de deel fiets je nog langs het veld van Houblons de Bruxelles waar oude Belgische hopsoorten gekweekt worden voor enkele Brusselse bieren.
Het Laarbeekbos ligt wat hogerop, op de noordelijke flank van de Molenbeekvallei. Je fietst dus een pittig stukje bergop en je komt uit op een groot open grasveld met een opvallende villa in Normandische stijl, de Chalet van het Laarbeekbos uit 1908.
Het ontstaan van het Laarbeekbos en van het Dielegembos (dat wat oostelijker ligt en ook deel uitmaakt van het Boudewijnpark) zijn nauw verbonden met de geschiedenis van de abdij van Dielegem uit de 12de eeuw die zich hier over de Dielegemse heuvel uitstrekte. De bomen groeien op oude steengroeves van kalksteen. De kalksteen diende bij de bouw van de abdij zelf maar werd ook verkocht en gebruikt op andere Brusselse werven zoals de St-Michiels en St-Goedele Kathedraal, de stadsomwallingen en het Coudenbergpaleis. Eens de steengroeves waren uitgeput en gesloten werden, koos men ervoor om bos aan te planten zodat de terreinen dankzij het hout toch nog een financiële opbrengst zouden genereren.
Extra tip in de omgeving: Begin 20ste eeuw werden in Europa verschillende replica’s gemaakt van de grot van Lourdes. Deze natuurgetrouwe replica in Jette maakte daar deel van uit. Bij de inwijding in 1915 door Kardinaal Mercier waren 20.000 toeschouwers, gelovigen en bedevaarders aanwezig. De grote toeloop voor het oproepen van de Maria is in vergelijking met het begin van de 20ste eeuw wat getemperd toch blijft het voor zowel gelovigen en leken een waardevolle plek (locatie OSM: Grot van Lourdes).
NL: Tal van Brusselaars zetten zich in deze tijden aan het sporten en trekken naar het Terkamerenbos om er te wandelen en te fietsen. Wij fietsten afgelopen weekend langs een stukje Brussels erfgoed, de hippodroom van Watermaal-Bosvoorde. Gelegen op het grondgebied van… Ukkel, aan de rand van het Zoniënwoud.
FR: Pendant cette période, de nombreux Bruxellois se mettent au sport et se rendent au Bois de la Cambre pour se promener à pied ou à vélo. Le week-end dernier, nous avons fait un tour à vélo le long d'un morceau du patrimoine bruxellois, l'hippodrome de Watermael-Boitsfort. Situé sur le territoire de... Uccle, aux abords de la Forêt de Soignes (lire la suite plus bas)
Het was in 1875, onder impuls van, paardensportliefhebber Koning Leopold II, dat de hippodroom van Bosvoorde er kwam. Ze werd gebouwd op een deel van het Zoniënwoud wat ook toen een gevoelige kwestie was. Het zorgde voor wat commotie in het Parlement. De stad Brussel, onder Jules Anspach, verbond er zich toe om bij de bouw in overeenstemming met het boswetboek ‘de hoge bomen in de mate van het mogelijke te sparen’.
Er zijn wel wat gelijkenissen met de wielersport. Beide disciplines organiseerden hun eerste koers in Brussel op de zelfde locatie: de Groendreef aan het kanaal Brussel-Willebroek. Voor de eerst beschreven paardenkoers tussen drie rijders was dit al eind 18de eeuw. De eerste wielerkoers werd georganiseerd door de Veloce Club Bruxellois in 1869 op de Groendreef. Er werd naar de paardensport gekeken om de eerste wielerwedstrijden te reglementeren en zowel de renners als hun fiets hadden elk hun bijnaam net als de jockeys en hun paard
Op het einde van de 19de eeuw nam de paardensport een hoge vlucht in Brussel. Elke hippodroom had zo zijn eigen karakter. Net als de hippodroom van Groenendael en Oostende, was de hippodroom van Bosvoorde een plek die voornamelijk bezocht werden door de aristocratie en de chique burgerij en ook de koning werd er elk seizoen wel eens gespot. Maar Brussel had ook haar hippodromen met een volkser karakter zoals in Laag-Vorst (1884). De paardensport werd eind van de 19de eeuw beschreven als een echte passie van de Brusselaars en alle klassen van de bevolking waren terug te vinden onder de menigte. Een krantenartikel van ‘Le Globe Illustré’ uit 1885 schrijft dat de Brusselse straten er op de zondagen van de paardenkoersen verlaten bijliggen en passanten zeldzaam zijn.
Afgelopen zondag was de menigte vooral aan het wandelen en fietsen in het Terkamerenbos en was het relatief rustig op de Hippodroom van Bosvoorde. De laatste keer dat de paarden met hun jockeys hier tegen elkaar op galoppeerden was in 1995. Nu is het een paradijs voor lopers en fietsers zich op de oude renbaan omgeven door de hoge bomen op een extra lange (onverharde) piste kunnen wanen.
De site ligt er nog wat verwaarloosd bij. Toch blijft het een parel van het Brussels erfgoed gelegen in een oase van groen. De afwerking van de restauratie en herinrichting loopt vertraging op. De site kreeg wel al een nieuwe naam: Drohme Park. Drohme wordt een soort recreatiepark met een mix van sport, cultuur en ontspanning. Nieuwe deadline: 2022. In het midden van de piste kan je vandaag al gaan golfen en hier en daar zie je al een gerestaureerd gebouw zoals het oorspronkelijke weeglokaal voor jockeys, sinds eind 2018 een restaurant.
Tip in de buurt: De vallei van de verdronken kinderen
Een vochtig gebied in het zoniënwoud bestaande uit drie vijvers. Deze vallei heeft de status van natuurreservaat dankzij haar biologische rijkdom. De naam van de vallei lijkt luguber maar is het niet. De naam komt voort uit een misvatting want ooit stond hier een watermolen die toebehoorde aan de familie Verdroncken... Na de dood van de vader erfden de kinderen de molen. Met der tijd evolueerde dit naar de huidige benaming terwijl het eigenlijk de vallei van de kinderen Verdroncken hoort te zijn.
Locatie (OSM): de hippodroom van Bosvoorde & de Vallei van de Verdronken Kinderen
FR: C'est en 1875, sous l'impulsion du roi Léopold II, passionné d'équitation, que l'hippodrome de Bosvoorde voit le jour. Il a été construit sur une partie de la Forêt de Soignes ce qui était à l'époque également un sujet sensible et provoquait pas mal d’interpellations au Parlement. La ville de Bruxelles, sous la direction de Jules Anspach, s'est engagée, conformément au code forestier, à "épargner le plus possible les grands arbres" lors de la construction.
C’est à la fin du XIXe siècle que l'equitation prend son essor à Bruxelles. Chaque hippodrome avait son propre caractère. Tout comme l'hippodrome de Groenendael et d'Ostende, l'hippodrome de Bosvoorde était un lieu principalement visité par l'aristocratie et la bourgeoisie chic et le roi y était également repéré chaque saison. Mais Bruxelles possèdait aussi des hippodromes à caractère plus populaire, comme celui de bas-Forest (1884). Les sports équestres ont été décrits à la fin du XIXe siècle comme une véritable passion des Bruxellois. Un article du Globe Illustré de 1885 écrit que les rues de Bruxelles sont désertes le dimanche des courses équestres et que les passants y sont rares. Ainsi que toutes les classes de la population sont présentes parmi les foules.
Il y a quelques similarités avec le cyclisme. Les deux disciplines ont organisé leur première course à Bruxelles au même endroit : l'Allée Verte au bord du canal Bruxelles-Willebroek. La première course décrite entre trois cavaliers à la fin du 18e siècle y avait lieu. Ainsi que la première course cycliste organisée par le Veloce Club Bruxellois en 1869. Le cyclisme naissant s'inspirait également des sports équestres pour réglementer ses premières courses et les courreurs et leurs vélos avaient chacun leur surnom, tout comme les jockeys et leur cheval.
Dimanche dernier, beaucoup de bruxellois se promenaient à pied ou à vélo dans le Bois de la Cambre et c'était relativement calme sur l'ancien hippodrome de Bosvoorde. La dernière fois que les chevaux y ont galopé avec leurs jockeys, c'était en 1995. Aujourd'hui, cette ancienne piste de course entourée de grands arbres est un paradis pour les joggers et les cyclistes. Le site ne connait clairement pas son moment de gloire mais il reste une perle du patrimoine bruxellois dans une oasis tout en verdure. L'achèvement de la restauration et du réaménagement a été retardé.
Un nouveau nom a déja été donné au site: le Drohme Park. Drohme sera une sorte de parc de loisirs où se mêleront sport, culture et détente. Nouveau deadline: 2022. Au milieu de la piste, on peut aujourd'hui jouer au golf et, ici et là, on peut déjà voir un bâtiment restauré comme l’ancien bâtiment de pesage des jockeys qui est devenu un restaurant depuis la fin de 2018.
Conseil dans les environs : La vallée des enfants noyés. Une zone humide dans la forêt de Soignes composée de trois étangs. Cette vallée a le statut de réserve naturelle grâce à sa richesse biologique. Le nom de la vallée semble lugubre mais il ne l'est pas. Le nom vient d'une mauvaise traduction. Il était une fois un moulin à eau qui appartenait à la famille Verdroncken. Après la mort du père, les enfants ont hérité le moulin et on l’appelait le moulin des enfants Verdroncken. Avec le temps, ce nom a évolué pour devenir le nom actuel, mais en réalité, il s'agit plutôt de la vallée des enfants Verdroncken (verdronken qui est le Néerlandais pour noyé).
Localisation (OSM): l’hippodroom de Boisfort et la Vallée des Enfants Noyés
Het Meudonpark in Neder-Over-Heembeek is meer dan een bezoek waard: een bosrijk en moerassig gebied met tal van kronkelige paden, een grillig reliëf en een verrassende geschiedenis!
Deze vroegere landbouwgemeente maakt sinds 1920 deel uit van Brussel-stad. Ze ontstond in de 19de eeuw door de samensmelting van 2 dorpen: Neder-Heembeek en Over-Heembeek. Maar haar geschiedenis gaat veel verder terug in de tijd.
Op de site van het huidige park werd vanaf 1759 het vroegere Meudonkasteel opgetrokken. Neder-Over-Heembeek telde trouwens meerdere kastelen en buitenverblijven. Het Meudonkasteel met haar terrastuinen keek uit op de oevers van het kanaal en de Zennevallei. Het kasteel verdween in de jaren 1930 en langs het kanaal ontstond een industriële zone. Hogerop werd in 1982 het huidige Meudonpark aangelegd.
Vanaf het kanaal, op de hoek met de Meudonstraat zie je nog de restanten van een paviljoen en hogerop in de Bosduifstraat de monumentale toegangspoort van het kasteel die nu toegang geeft tot het park. Eens in het park zie je een van de oudste gebouwen van Brussel: de Romaanse toren uit de 12de eeuw. De toren is het enige restant van de oude Sint-Pieter-en-Pauluskerk, die na een blikseminslag in 1932 afbrandt.
Ga verder op ontdekking in het Noordwesten van Brussel. Vervolg de route van Brussel Fietst: Koning & Kanaal en laat vanop de fiets de historische ontwikkeling van Neder-Over-Heembeek aan je voorbij trekken. Je ziet landbouwgronden en boerderijtjes, maar ook oude arbeidershuizen, bel-etagewoningen uit de jaren 1950 tot 1990, en woontorens uit de jaren 1960 en 1970.
Andere tips in de buurt:
Verlaat het Meudonpark via de oude toegangspoort. Fiets naar de Ransbeekstraat waar je rechtsaf slaat. Na zo’n 700m, net voorbij het sportcomplex fiets je over een klein bruggetje. Meteen links begint een houten pad langs de Tweebeek dat een bosrijk en moerassig gebied induikt met vijvers en rietvelden, ideaal om amfibieën en reptielen te spotten! (google maps)
Fiets via de Ransbeekstraat naar de Trassersweg tussen de velden verder omhoog, links duikt een van de mooiere vergezichten over Brussel op (google maps)
FR: Le parc Meudon à Neder-Over-Heembeek mérite une visite : un espace boisé et marécageux avec de sentiers sinueux, un relief capricieux et une histoire surprenante !
Cette ancienne commune agricole fait partie de Bruxelles-Ville depuis 1920. Elle est née au XIXe siècle de la fusion de deux villages : Neder-Heembeek et Over-Heembeek. Mais l'histoire de la commune remonte bien plus loin dans le temps.
A l'emplacement du parc actuel, l'ancien château Meudon a été construit à partir de 1759. Neder-Over-Heembeek comptait par ailleurs plusieurs châteaux et maisons de campagne. Le château de Meudon, étant le plus prestigieux, surplombait avec ses jardins en terrasses les berges du canal et la vallée de la Senne. Il fut démoli dans les années 1930, une zone industrielle a été créée le long du canal et plus haut le parc Meudon fut créé en 1982.
Depuis le canal, à l'angle de la Rue de Meudon, on retrouve encore les vestiges d'un pavillon et dans la Rue du Ramier l’ancienne porte monumentale du château qui donne aujourd'hui accès au parc. En rentrant dans le parc vous tombez sur l'un des plus anciens bâtiments de Bruxelles : la tour romane du 12ème siècle. Cette tour est le seul vestige de l'ancienne église Saint-Pierre-et-Paul, qui a brûlé après un coup de foudre en 1932.
Explorez davantage et continuez à vélo sur la route de Brussel Fietst : Roi & Canal et laissez-vous dépasser par le développement historique de Neder-Over-Heembeek. Vous y roulez le longs des champs et des fermes, ainsi que de vieilles maisons d'ouvriers, des habitations bel étage des années 1950 aux années 1990, ainsi que des tours résidentielles des années 1960 et 1970.
Autres suggestions à proximité:
Quittez le parc de Meudon par l'ancienne porte d'entrée. Prenez le vélo jusqu'à la rue Ransbeekstraat où vous tournez à droite. Après environ 700m, juste après le complexe sportif, vous passez sur un petit pont à vélo. Immédiatement à gauche commence un chemin en bois le long de la Tweebeek qui plonge dans une zone boisée et marécageuse avec des étangs et des roselières, idéale pour repérer les amphibiens et les reptiles ! (google maps)
Continuez sur la Rue Ransbeek jusqu'au Trassersweg. Grimpez 500m entre les champs et plus haut, sur la gauche se dessine une des plus belles vues de Bruxelles (google maps).
NL: De Zenne speelde een essentiële rol in de ontwikkeling van Brussel. Als grondstof voor verschillende ambachten en industrieën en bron van energie via de verschillende watermolens. Maar overstromingen, haar reputatie van open riool en een cholera-epidemie in 1866 (en de ambitie om een meer gegoede klasse naar het centrum te lokken) leidden tot grote saneringswerken in het stadscentrum. Ruim 150 jaar geleden was men in Brussel de Zenne liever kwijt dan rijk. Het stadscentrum verloor daarbij een deel van haar middeleeuwse karakter en haar rivier. Ze maakte plaats voor de huidige centrale lanen met het Brouckèreplein en het Beursplein zoals we die vandaag kennen.
Nostalgie naar de Zenne? Dan is een fietstocht naar Rebecq op zo’n 30 km van Brussel een aanrader! Fiets zo’n 23km langs het kanaal tot Tubize waar je rechts afslaat. Vandaar fiets je stroomopwaarts nog zo’n 7km langs de Zenne tot aan de molens van Arenberg in Rebecq. De Zenne stroomt er door het centrum van de gemeente. De huidige Molens van Arenberg die dienden voor het malen van granen brengen je terug in de tijd!
Niet alleen de Zenne linkt Rebecq aan Brussel. In de deelgemeente Quenast vind je Brasserie Lefebvre waar de Blanche de Bruxelles gebrouwen wordt en het gehucht Le Petit Bruxelles. Alsook de steengroeve van Quenast, één van de grootste open steengroeves van Europa, bekend voor de typische kasseien die je in de Brusselse straten terugvindt…
FR: La Senne a joué un rôle essentiel dans le développement de Bruxelles. En tant que matière première pour divers artisanats et industries et source d'énergie grâce aux différents moulins à eau. Mais les inondations, sa réputation d'égout à ciel ouvert et une épidémie de choléra en 1866 (ainsi que l’ambition d’attirer une classe plus aisée vers le centre-ville) ont entraîné d'importants travaux d'assainissement dans le centre-ville. Il y a plus de 150 ans, le centre-ville a perdu une partie de son caractère médiéval et sa rivière. Elle a fait place aux boulevards centraux avec la Place Brouckère et la Place de la Bourse, telle que nous la connaissons aujourd'hui.
Vous avez la nostalgie de la Senne ? Alors une balade à vélo au Moulins d'Arenberg à environ 30 km de Bruxelles est un must ! Longez le canal sur environ 23 km jusqu'à Tubize où vous tournez à droite. De là, vous remontez la Senne sur 7 km jusqu'aux moulins d'Arenberg à Rebecq. La Senne traverse le centre de la commune. Les actuels moulins d'Arenberg, qui servaient à moudre les grains, vous permettent de remonter le temps !
Plus de liens avec Bruxelles ? Dans l'arrondissement de Quenast, vous trouverez la Brasserie Lefebvre où est brassée la Blanche de Bruxelles et le hameau Le Petit Bruxelles. Ainsi que la carrière de Quenast, l'une des plus grandes carrières à ciel ouvert d'Europe, connue pour les pavés typiques qu’on retrouve dans pas mal de rues à Bruxelles...
Pieter Bruegel spendeerde zijn laatste jaren in Brussel. Te voet trok hij de Pedevallei in waar de landschappen van het Pajottenland zijn werk inspireerden. Gidsen kunnen we nu niet dus trok één van onze gidsen dit weekend via het landelijke Neerpede in Anderlecht in de voetsproen van Bruegel de Oude het pajottenland in met fiets. Op ontdekking langs de kleurrijke landschappen die een inspiratie waren voor Bruegel's schilderijen. Zoals hier aan de watermolen van Pede in Sint-Gertrudis-Pede (Schepdaal).
Pieter Bruegel a passé ses dernières années à Bruxelles. À pied, il se rendait dans la vallée de la Pede où les paysages du Pajottenland inspiraient son travail. Pas de tours guidés à Bruxelles pour l'instant donc ce week-end un de nos guides s'est rendu à vélo sur les traces de Bruegel. Via Neerpede avec son caractère rural à Anderlecht, on arrive très vite dans le Pajottenland. A la découverte des paysages colorés qui ont inspiré les peintures de Bruegel. Comme ici, au moulin à eau de Pede in Sint-Gertrudis-Pede (Schepdaal).
Ontdek de Bruegelroute, een bewegwijzerde fietstocht van 45km in de schaduw van de stad!