La semaine dernière, Nous avons été au Bois de la Cambre et la Forêt de Soignes. Cette semaine, nous roulions dans l'autre sens vers son équivalent au nord-ouest de Bruxelles, le parc Roi Baudouin. Et nous avons également fait un petit pèlerinage aux grottes de Lourdes...à Jette.

Vorige week trokken we naar het Terkamerenbos en het Zoniënwoud. Deze week fietsten we de andere richting uit naar diens evenknie in het noordwesten van Brussel, het Koning Boudewijnpark. We gingen ook even op bedevaart naar de grotten van Lourdes...in Jette (Nederlandstalige versie onderaan).

Nous commençons au rond-point de l'avenue du Sacré-Coeur et l'avenue du Comté de Jette (voir sur OSM). Là, nous empruntons la Promendade Verte et explorons la première partie du Parc Roi Baudouin. Sur une longueur d'environ 3 km, vous traversez un mélange de parc urbain, de zones marécageuses, de forêts et de paysages ruraux. Ensemble, ils forment une zone verte de plus de 100 ha. Un itinéraire en grande partie plat le long du Molenbeek, un affluent de la Senne qui prend sa source à Dilbeek.

C'est en 1977 que la commune de Jette a décidé de protéger les espaces verts de la vallée de Molenbeek et son paysage typiquement brabançon contre toute nouvelle urbanisation. La construction du parc a commencé en 1980. La Belgique célébrait son 150e anniversaire et, à cette occasion, le parc a été baptisé du nom du roi Baudouin de l'époque.

Jette était une commune rurale jusqu'au 19ième siècle. Un premier changement radical est intervenu au milieu du 19ième siècle avec la construction de la ligne de chemin de fer reliant Bruxelles à Gand. Aujourd'hui, elle forme une frontière contrastée entre la partie sud de Jette, plus urbanisée, et la partie nord, plus verte, qui a conservé son caractère rural jusqu'au milieu du 20ième siècle.

L'activité agricole a largement disparu mais la Promenade Verte de Jette porte bien son nom. Nous parcourons les deux premières parties (phases 1 et 2) du parc Roi Baudouin. La dernière partie, phase 3, comprend le marais de Jette et la forêt de Laerbeek où la nature se montre un peu plus sauvage. À la fin de cette troisième partie, vous longerez le champ des Houblons de Bruxelles où sont cultivés de vieilles variétés d’houblons belges pour quelques bières bruxelloises locales.

Le Bois de Laerbeek est situé un peu plus haut, sur le flanc nord de la vallée du Molenbeek. Il faudra un peu grimper pour ensuite atteindre une grande pelouse ouverte où se trouve une superbe villa de style normand, le Chalet du Bois de Laerbeek, datant de 1908.

Les origines du Bois de Laerbeek et le Bois de Dielegem (qui se trouve plus à l'est et qui fait également partie du parc Baudouin) sont liées à l'histoire de l'abbaye de Dielegem du 12ème siècle qui s'étendait sur la colline de Dielegem. Les arbres poussent sur d'anciennes carrières de calcaire. La pierre calcaire a été utilisée pour la construction de l'abbaye elle-même, mais elle a également été vendue et utilisée sur d'autres sites à Bruxelles, comme la cathédrale des Saints Michel et Gudule, les remparts de la ville et le palais du Coudenberg. Une fois les carrières épuisées et fermées, il a été décidé de planter des bois afin que la terre puisse encore générer un rendement financier grâce au bois.

Conseil supplémentaire à proximité: au début du XXe siècle, plusieurs répliques de la grotte de Lourdes ont été fabriquées en Europe. Une de ces répliques se trouve à Jette. Lors de l'inauguration en 1915 par le cardinal Mercier, 20 000 spectateurs, pèlerins et croyants étaient présents. Depuis le début du XXe siècle, la grande ruée vers la convocation de la Vierge Marie a été quelque peu tempérée, mais elle reste un lieu précieux tant pour les croyants que pour les laïcs.

Lieu sur OSM: Grotte de Lourdes

Nederlandstalige versie:

We starten aan het rondpunt met de Heilig Hartlaan en de Graafschap Jettelaan (zie locatie OSM). Daar fietsen we de Groene Wandeling op en duiken we het eerste deel van het Boudewijnpark in. Zo’n 3km lang fiets je door een mengeling van stadspark, moerassige gebieden, bossen en landelijke zones. Ze vormen samen een groene zone van ruim 100 ha. Een grotendeels vlakke route langs de Molenbeek, een zijrivier van de Zenne die in Dilbeek ontspringt.

Het was in 1977 dat de gemeente Jette besloot om de groene zones in de molenbeekvallei en haar typisch Brabantse landschap te beschermen van verdere verstedelijking. Vanaf 1980 startte de aanleg van het park. België vierde toen zijn 150 jarige bestaan en omwille van deze gelegenheid werd het park naar de toenmalige koning Boudewijn vernoemd.

Jette was tot in de 19de eeuw een echte plattelandsgemeente. Een eerste ingrijpende verandering kwam er in het midden van de 19de eeuw met de aanleg van de spoorlijn die Brussel met Gent verbindt. Ze vormt vandaag een contrastrijke grens tussen het meer verstedelijkte zuidelijke deel van Jette en het groenere noordelijke deel dat tot het midden van de 20ste eeuw haar landelijke karakter behield.

De landbouwactiviteit is grotendeels verdwenen maar de groene wandeling in Jette doet haar naam hier alle eer aan. We fietsen door de eerste 2 delen (fase 1&2) van het Koning Boudewijnpark. Fase 3 bestaat uit het moeras van Jette en het Laarbeekbos en de natuur oogt er wat wilder. Op het einde van dit 3de deel fiets je nog langs het veld van Houblons de Bruxelles waar oude Belgische hopsoorten gekweekt worden voor enkele Brusselse bieren.

Het Laarbeekbos ligt wat hogerop, op de noordelijke flank van de Molenbeekvallei. Je fietst dus een pittig stukje bergop en je komt uit op een groot open grasveld met een opvallende villa in Normandische stijl, de Chalet van het Laarbeekbos uit 1908.

Het ontstaan van het Laarbeekbos en van het Dielegembos (dat wat oostelijker ligt en ook deel uitmaakt van het Boudewijnpark) zijn nauw verbonden met de geschiedenis van de abdij van Dielegem uit de 12de eeuw die zich hier over de Dielegemse heuvel uitstrekte. De bomen groeien op oude steengroeves van kalksteen. De kalksteen diende bij de bouw van de abdij zelf maar werd ook verkocht en gebruikt op andere Brusselse werven zoals de St-Michiels en St-Goedele Kathedraal, de stadsomwallingen en het Coudenbergpaleis. Eens de steengroeves waren uitgeput en gesloten werden, koos men ervoor om bos aan te planten zodat de terreinen dankzij het hout toch nog een financiële opbrengst zouden genereren.

Extra tip in de omgeving: Begin 20ste eeuw werden in Europa verschillende replica’s gemaakt van de grot van Lourdes. Deze natuurgetrouwe replica in Jette maakte daar deel van uit. Bij de inwijding in 1915 door Kardinaal Mercier waren 20.000 toeschouwers, gelovigen en bedevaarders aanwezig. De grote toeloop voor het oproepen van de Maria is in vergelijking met het begin van de 20ste eeuw wat getemperd toch blijft het voor zowel gelovigen en leken een waardevolle plek (locatie OSM: Grot van Lourdes).